Zelf kruisen en zaad winnen
Zaad uit dahlia’s
Voor veredelaars maar ook voor liefhebbers is het zelf zaad winnen een echte uitdaging Het is de enige mogelijkheid om, in het volgende bloeiseizoen, een hopelijk betere, vernieuwende en mooiere cultivar te winnen.
Elk levenskrachtig zaadje zal in het jaar van zaaien een plant voortbrengen en gaan bloeien. Het is absoluut geen zekerheid dat we ten alle tijden met een verbetering van de bestaande cultivars te maken krijgen.
Het begint met het zoeken van de meeldraden, en dus ook de stampers. De open varianten tonen de meedraden direct, daarom worden ze veelvuldig door insecten bezocht. Hier gaat de natuur zijn gang. Alle niet enkelbloemige cultivars zijn, door de vele bloemblaadjes, moeilijk te bereiken voor bijen, vlinders en andere insecten in hun zoektocht naar nectar. Bestuiving van de stampers door stuifmeel met behulp van bezoekende insecten zal dus nauwelijks kunnen gebeuren. Wat zaadwinning betreft, hebben de open dahlia’s de overmacht. Uit spontaan zaad, uit, voortgekomen uit bestuiving door insecten, zullen dus altijd voor het grootste deel open dahlia’s voortkomen.
Bij bestuiving van dahlia’s , in de vrije natuur, is dan ook zelden sprake van een gerichte kruising. Wil je echter zaad voor gevulde dahlia’s winnen dan moet de bestuiving handmatig gebeuren en dit met uitsluiting van insectenbezoek, Bestoven knoppen moeten daarom worden afgeschermd, ’ingezakt’ (zakje eromheen na de bestuiving)
Het handmatig zaadwinnen
Alvorens je aan de slag gaat, bekijk/bedenk je eerst welke bloemen je zou willen kruisen. Je let hierbij op kleur, gewas stengels. Deze drie eigenschappen moeten bij de moederplanten van uitzonderlijke klasse zijn. Het liefst plant u de soorten die u wil kruisen op een afgezonderde plek. Zodra de gevuld-bloemige cultivars goed bloeien worden eerst de buitenste kransen bloemblaadjes weggeplukt en als later de overige bloemblaadjes uit de knop zijn gekomen worden deze ook weggeplukt.
Het hart van de bloem wordt zichtbaar. Bijen e.d. kunnen nu makkelijker op zoek naar nectar en onderweg op hun zoektocht heel makkelijk stuifmeel overbrengen naar andere kaalgeplukte knoppen; de ‘natuur’ kan nu zijn gang gaan. Enkelbloemige cultivars die dicht in de buurt staan zorgen vaak percentsgewijs voor een groter aandeel enkelbloemige in de uiteindelijke zaailingen, vandaar het afgezonderde planten. Hoe eerder men begint met deze bestuivingsmogelijkheden hoe langer men de tijd heeft voor een goede afrijping van de zaden. De uitgebloeide bloemen moeten dan ook aan de plant blijven zitten. In ieder geval voor de vorst en als ze droog zijn worden de bloemstengels gesneden en b.v. in kleine bosjes opgehangen om verder te drogen.
In de loop van de winter worden de zaden vanuit de bloemknoppen met de hand verzameld. Per bloemknop kan men van 0 tot soms wel 80 zaden oogsten, afhankelijk van cultivar en mate van bestuiving. Ook de mate van vocht in de kopeen is van invloed. In een nar jaar heb je al snel veel verrotting in plaats van groeibaar zaad.
Begin maart wordt het zaad gezaaid op bakjes met een mengsel van potgrond en scherp zand (60/40). Het zaad wordt nauwelijks afgedekt met wat zand en kan al binnen een week kiemen. Na ongeveer 10 dagen kan men de zaailingen al gaan verspenen en daarna behandelen als of het stekken zijn.
Uitplanten en selecteren
Na 20 mei kunnen de zaadplantjes buiten worden uitgeplant. Zodra ze gaan bloeien kan men de planten en bloemen beoordelen en beslissen of er sprake is van een verbetering. Dit is zonder twijfel het moeilijkste onderdeel van het winnen van nieuwe soorten want is er echt iets bijzonders bij? Vaak zijn er mooie veel bloemen maar lijkt het te veel op wat al bestaat. Extra expertise bij de beoordeling kan het beslissen eenvoudiger maken. Het kan dus zijn dat je uit honderd of meer zaadjes slechts enkele veelbelovende cultivars ‘uittekent’.
Dan is het nog minstens een of twee jaar doorkweken van de kanshebber om te zien of de kwaliteit blijvend is en of er mee te werken is.